Licht
Ik ben geboren in de donkere dagen voor Kerstmis. Ik weet niet of die net na de oorlog ook al romantisch waren of dat het toen nog vooral een kwestie van overleven was. Er woei op mijn geboortedag een matige wind uit het zuid-oosten. Het was een koude dag met een gemiddelde temperatuur van 2.6°C en een gevoelstemperatuur van minus 2.5°C. En de zon scheen die hele dag niet. Maar gelukkig viel er geen neerslag. Ik werd geboren in een huis waarin geen centrale verwarming was. In de voorkamer stond een haard, in de keuken een kachel. En om nu aan te sluiten bij het thema van vandaag: mijn geboortehuis had geen elektriciteit. In de voorkamer en de woonkeuken hadden wij gaslicht. En op de slaapkamers brandden zo nodig petroleumlampen. Nog herinner ik mij de dansende schaduwen op de trap als ik door mijn vader of moeder naar bed werd gebracht. Ik had nauwelijks door dat het onze eigen schaduwen waren. Het leken wezens uit een andere wereld die stil met ons in een flakkerende dans de trap mee naar boven opliepen.
Ik was 4, bijna 5, toen wij verhuisden naar een andere bovenwoning, een paar huizen verderop. Wat voor weer het die dag in oktober was? Dat doet er voor de sfeertekening niet zo toe en leidt alleen maar af van het eigenlijke onderwerp. Deze column heet niet voor niets ‘Licht’.De reden waarom wij van het ene bovenhuis naar het andere verhuisden en dan ook nog zo dicht bij elkaar, was dat in ons nieuwe huis er elektriciteit was. Er ging een wondere wereld voor mij open. Je draaide aan een knopje en zie er was licht. Je voelde je de Schepper gelijk. Je hoefde niets eens te zeggen: “Er zij licht”. Nee, met een simpele handbeweging kon zelfs ik, nog geen 5 jaar oud, als ik op mijn tenen stond bij het lichtknopje en scheidde ik het licht van het donker.
Of dan was er nog dat spelletje, overgebleven uit de tijd dat ik de petroleumlamp mocht uitblazen. Nu, in het nieuw huis blies ik naar de lamp en hup, het werd donker. Mijn vader speelde dat spelletje graag met mij mee en ik wilde nog geloven dat ik het was die het elektrisch licht uitblies.
Heel snel werd het elektrisch licht ook voor mij de gewoonste zaak van de wereld. De betovering verdween. Licht was er. En niet alleen licht, maar tal van elektrische apparaten. De was ging niet meer op de hand. Nog zie ik het verhitte gezicht van mijn moeder boven de tobbe, tot dat er simpele wasmachine kwam. Er kwam een stofzuiger en nog veel meer. Schemerlampen die de grens tussen dag en avond verzachten en later veel later een televisie. Maar toen was ik al bijna het huis uit.
Ik heb nog een keer iets met licht gehad. Toen ik stage moest lopen bij de Splendor. De academie waar ik op zat, eiste dat je een fabrieksstage liep om het leven van de arbeider aan den lijve te voelen. Daar bestond in de jaren 60 nog een romantisch beeld over. Ik kwam aan de lopende band waar autoachterlichten werden gemaakt. Nog zie ik de vernietigende blikken van de vaste medewerkers, omdat door mijn onhandigheid het productietempo en dus de premie schrikbarend omlaag vloog.
Op de tentoonstelling ‘Terug in de elektriciteit’ had ik verwacht er achter te kunnen komen of ik inderdaad was geboren in een van de laatste huizen in de stad die nog niet op het elektriciteitsnet was aangesloten. Maar daar bleek de expositie helemaal niet over te gaan. En ook niet over de Splendor. Wel over Alewijnse en NXP. En over Smit. Maar daar had ik niets mee. Wel mijn broer, die was jarenlang vertegenwoordiger geweest en had laselektroden bij smederijen in Oost-Brabant gesleten. Mooie soortnamen: Universalis, Resistent, Omnia. Bijna een Roomsche litanie.
Ik had gehoopt op de tentoonstelling iets te vinden dat een licht kon werpen op mijn persoonlijke geschiedenis. Maar dat blijft nu in het duister gehuld. Totdat daar meer duidelijkheid over komt, blijf ik maar vertellen dat ik geboren ben in een van de laatste, zo niet het laatste huis zonder elektriciteit. Of dat waar is? Ik citeer dan ook graag Jan Brokken die ooit schreef: “De waarheid is nog een verhaal.”
Jan Th.A.E. Roelofs
Meer columns van Jan Roelofs zijn te vinden op zijn website: www.roelofs.eu