Column 15 november 2013

BRUG

Volgens mij wordt Nijmegen altijd beschreven vanuit de Waalbrug. Iedereen, maar dan ook iedereen gebruikt met liefde of tenminste toch enige genegenheid dat beeld van over de brug komen, Nijmegen binnengaan. En nu wij sinds kort een vooraanstaande plaats in nemen in de filedichtheidsmonitor kun je vaak lekker lang genieten van die prachtige majestueuze aanblik die de Waalbrug biedt. Volgens mij is de afstelling van de verkeerslichten en de daarmee gepaard gaande beperkte doorstroom van het verkeer gewoon een slimme marketingtruc van de mensen die onze goede stad op de kaart willen zetten. Boos opzet voor de goede zaak. Kan niet schelen hoe, als er maar over je gesproken wordt.

Nijmegen is over de brug komen. Nijmegen is geen brug te ver. Voor niets, voor niemand. Een Nicaraguaanse gast, het was in de tijd dat de stad zijn stedenbanden nog serieus nam, – dat waren nog eens tijden – beschreef de stad als bruid van de rivier en zag de brug als een uitnodiging aan iedereen om te komen en te genieten van de stad. De stad waarover Guillaume van der Graft al schreef over het rijzen en dalen van de straten. Het is alsof de stad ademhaalt. Kortom leeft.

De brug was voor mij de verbinding naar de geboortegrond van mijn vader. Eenmaal de brug over was ik in een ander land. In ieder geval in een ander bisdom, maar ik denk niet dat zoiets heel veel mensen nu nog interesseert. De brug verbond en verbindt mij met de rest van het land, ja zelfs met Arnhem, de brug te ver.

En nu komt er bijna een nieuwe brug. Ooit dachten we dat er wel vijf bruggen Nijmegen met de overzijde zou gaan verbinden. Het worden er vier, waarvan een uitsluitend voor treinen, een voor de fiets. Nog lang niet gek Tenminste niet zo gek als dat plan om een kabelbaan aan te leggen over de rivier, om zo noord en zuid te verbinden. Ik zei al: kan niet schelen hoe, als er maar over je gepraat wordt Maar ja, als je ooit een bergspoor hebt gehad, ook al lag dat dan net buiten de gemeentegrenzen, maar het was wel onze tram, dan zou een kabelbaan toch eigenlijk ook moeten kunnen.
En vanuit die kabelbaan hadden we dan de grens over kunnen steken. Van Romeins naar Bataafs gebied. Een kabelbaan als bruggetje naar het ander onderwerp van deze middag Kan het gezochter om zo ook nog even bij de canon uit te komen. Ik heb mijn huiswerk gedaan. Nijmegen figureert driemaal in de Canon van Nederland. Ik citeer uit het venster van de Romeinse Limes: “Maar bij Nijmegen verrees een kamp dat twee legioenen van 6.000 man kon herbergen”. Een paar honderd jaar later lees ik bij Karel de Grote: “Veronderstelt wordt dat Karel ook in Nijmegen een palts had, de Valkhof.” De Valkhof? Kom nou gauw, wij weten wel dat het Het Valkhof moet zijn. Ach ja, ook deze canon schiet wel eens mis. Tenslotte wordt Nijmegen nog een keer genoemd als wijkplaats voor een angstige stadhouder Willem V. Drie keer in de canon, maar niets over de brug. Niet de oude, niet de nieuwe. De oude pronkt wel fier in onze Nijmeegse Canon.
Ik was onlangs bij de tandarts te gast. Zij keek wat meewarig, toen zij aankondigde dat ik waarschijnlijk binnenkort aan een brug zou moeten. Ik voelde mij meer Nimwegenäör dan ooit. De stad een nieuwe brug, dan ook ik een nieuwe brug. Dat is nog eens meeleven met het wel en wee van je stad.

© Jan Th.A.E. Roelofs, November 2013

Meer columns van Jan Roelofs zijn te vinden op zijn website: www.roelofs.eu

Geplaatst in Column