Column 20 april 2012

De oudste

Ik was ooit de jongste van ons gezin. Na mij kwamen er geen broertjes of zusjes bij. Als je als jongste maar lang genoeg wacht en je oudere broers en zussen gaan allemaal op tijd dood dan wordt je vanzelf de oudste. Ik heb voor mij al mijn broers en zussen de oudste zien worden. En nu er niemand meer over is ben ik dat. Zo gaat dat bij mensen. Dat is onlosmakelijk met hun geschiedenis verbonden. Ik ben nu de oudste, maar om nu te zeggen dat dat mij ook maar in enigermate met een gevoel van triomf vervult, nee. Ik was graag nog veel langer de jongste gebleven.

Hoe anders is dat met steden. Die kwetteren graag in het rond dat zij de oudste zijn. Onlangs nog bij de intocht van Sinterklaas vertelde de burgemeester van Dordrecht trots dat zijn stad de oudste stad van Holland was. Let wel van Holland, niet van Nederland. Een andere stad, zeg maar gerust stadje, bracht daar tegen in dat zij dat waren. Dat het stadje nu niet eens meer in Holland lag deed er even niet meer toe. Destijds lag het wel in Holland, maar nu in Brabant, maar daar kon het stadje niets aan doen. Geertruidenberg, want daar gaat het om, kon er niets aan doen dat het begin 19e eeuw overging naar Brabant. En we hebben het over 17 jaar verschil. Dordrecht kreeg zijn stadsrechten in 1230, Geertruidenberg in 1213, maar dat is geen Hollandse stad meer. Maar toen wel. Wie het weet mag het zeggen.
Nee, dan pakte Nijmegen het voortvarender aan. Daar proclameerde de toenmalige burgemeester, niet gehinderd door enige kennis van zaken, eenvoudigweg dat we, u en ik en alle andere Nijmegenaren in 2005 Nijmegen 2000 zouden gaan vieren. Als dat waar zou zijn  dan was er in het jaar 5 na Chr. iets gebeurd dat die stelling zou moeten staven. Enig navorswerk leert mij dat er rond die tijd wel sprake is van de vestiging van Romeinse soldaten in deze streken, maar dan wordt het jaar 19 voor Chr. genoemd. Het jaar 5 na Chr. kom ik niet tegen. Toen was er ook nog geen sprake van Keizer Trajanus, want achter zijn naam staat als geboortejaar 53. Hij sterft in 117. Hij kan dus nooit in het jaar 5 Nijmegen markt- of stadsrechten hebben gegeven. Wel in 105, maar dan hadden we ons feestje 100 jaar later moeten vieren. Toch is met veel aplomb toen verklaard: Nijmegen 2000! Misschien geldt wel wat het apenvolk in Rudyard Kipling’s Jungle Book zegt: “We zeggen het allemaal, dus het is zo!”
Nee, ik haal mijn bewijs dat Nijmegen de oudste stad van Nederland is uit het ongerijmde. Maastricht zal wel nooit verdwijnen, dus die concurrentie blijft. Anders dan de ruimte die mijn broers en zussen mij gaven de oudste te worden. Als kind nam mijn vader mij mee naar de plek op het Valkhof waar volgens de inscriptie van niemand minder dan Christiaan Huygens Claudius knarsetandend en met grimmige blik stond en de adelaars van de wrekende troepen zag naderen. Dat waren dus de Romeinen. En ik weet ook wel dat er toen allang Romeinen in Nijmegen waren, maar wat maakt dat uit. Als het verhaal maar mooi is. Dat dacht de burgemeester bij Nijmegen 2000! tenslotte ook. In dat mooie verhaal past ook het ultieme bewijs dat Nijmegen de oudste stad van het land is. Ouder in ieder geval dan Dordrecht en Geertruidenberg, maar ook ouder dan Maastricht. Want het zal mij niet verbazen dat bij het aanleggen van de nieuwe brug in Nijmegen-West sporen worden gevonden van een middeleeuws, wat zeg ik vroeg Romeins Maas-Waalkanaal. En via dat kanaal zijn de Romeinen pas naar Maastricht getrokken om daar carnaval te vieren. Eerst Nijmegen, dan Maastricht. Nijmegen is -net als ik nu- de oudste!

© Jan Th.A.E. Roelofs (20 april 2012)

Geplaatst in Column